Samenvatting
Indexcijfers kun je gebruiken om snel inzicht te krijgen in de verandering van bijvoorbeeld de omzet, de prijs of een andere grootheid.
Een indexcijfer is een verhoudingsgetal. Bij het gebruik van indexcijfers druk je een grootheid (zoals de omzet, de prijs of de verkochte hoeveelheid) in een bepaalde periode, uit in een verhoudingsgetal ten opzichte van diezelfde grootheid in een basisperiode.
Het indexcijfer van de basisperiode is altijd 100.
Met indexcijfers kun je de procentuele verandering van een grootheid eenvoudig berekenen. De procentuele verandering kun je ook berekenen met de volgende formule:
Drie belangrijke indexcijfers zijn:
– prijsindexcijfer;
– hoeveelheidsindexcijfer;
– waarde-indexcijfer; ‘waarde’ = prijs × hoeveelheid.
Bij de berekening van prijsindexcijfers is de prijs in de basisperiode 100 en worden de andere prijzen uitgedrukt in een indexcijfer ten opzichte van de basisperiode.
Bij de berekening van hoeveelheidsindexcijfers is de hoeveelheid in de basisperiode 100 en worden de andere hoeveelheden uitgedrukt in een indexcijfer ten opzichte van de basisperiode.
Bij de berekening van waarde-indexcijfers is de waarde in de basisperiode 100 en worden de andere waarden uitgedrukt in een indexcijfer ten opzichte van de basisperiode.